E-Board® plaatsen

Isoleren met het E-Board gevelpaneel lukt al in enkele stappen, maar we hebben heel wat tips te delen. Aan de hand van 13 korte gedetailleerde video’s leggen we u uit hoe u zelf het E-Board gevelsysteem kunt plaatsen. Tip: bekijk ook onze handleiding en volg eventueel een gratis opleiding.

Stap 1: de ondergrond voorbereiden

  1. Verwijder of bescherm alle uitstekende voorwerpen zoals de deurbel, verlichting en regenpijp. 
  2. Twijfelt u aan de stabiliteit of draagkracht van de gevel? Boor dan enkele renovatieankers in de gevel.  
  3. Maak de muur droog en stofvrij. 
  4. Oneffenheden van minder dan 2 cm diep vult u op, voor diepteverschillen van meer dan 2 cm gebruikt u dunne isolatieplaten.  

Stap 2: de lijmmortel aanmaken

  1. U kunt aan de slag met de lijmmortel zodra de buitentemperatuur hoger is dan 5 graden en het niet regent.  
  2. Giet een beetje water in de kuip. 
  3. Voeg het cementpoeder toe.  
  4. Mix de basis van de lijmmortel met een staafmixer op een laag toerental.  
  5. Voeg geleidelijk aan de rest van het water toe. Volg de instructies op de verpakking om zeker te zijn van de juiste verhouding.  
  6. Laat de lijmmortel 5 minuten opstijven.  
  7. Mix de lijmmortel kort een tweede keer.  
  8. Blijft de steenstrip op zijn plaats wanneer u die tegen de isolatie kleeft? Dan is de mortel perfect.  

Stap 3: de lijm aanbrengen

  1. Verlijm minstens 60% van de isolatieplaat voor een goede hechting.  
  2. Is de ondergrond vlak? Lijm dan de volledige achterzijde van de isolatieplaat in met een lijmkam. 
  3. Heeft de ondergrond kleine oneffenheden (max. 2 cm per meter)? Gebruik dan een gesloten randverlijming, in combinatie met stroken of dotten in het midden van de isolatieplaat.  
  4. Smeer de lijm op de kant met richels uit voor een voegloze verlijming.  
  5. Liever een gevoegde afwerking? Smeer de lijm dan uit op de vlakke kant.  
  6. Een geheugensteuntje voor het verbruik van de lijmmortel:  
    • 1/3 voor de achterzijde van de isolatieplaten 
    • 1/3 voor de voorzijde van de isolatieplaten 
    • 1/3 voor de achterzijde van de steenstrips

Stap 4: de isolatieplaten aanbrengen

  1. Bepaal het startpunt van de isolatie.
  2. Lijm de eerste isolatieplaat goed in, en druk deze tegen de muur.
  3. Spuit purschuim tussen de muur en de isolatieplaten.
  4. Plaats de volgende isolatieplaten geschrankt ten opzichte van de onderliggende rij.
  5. Controleer telkens met een waterpas of de platen mooi in één vlak liggen.
  6. Aan een raam of deur gebruikt u altijd een L-vormige isolatieplaat.

Stap 5: de pluggen bevestigen

  1. Bevestig de pluggen op de voorziene markering. Bij ingekorte platen mag u afwijken van deze uitsparingen.
  2. Gebruik een boor met diameter van 8 millimeter. Bij steenachtige ondergronden gebruikt u een klopboor. Bij zachtere ondergronden (bv. snelbouwstenen en cellenbeton) gebruikt u een boor zonder klopfunctie.
  3. Boor het gat 10 mm dieper dan de lengte van de plug.
  4. Stoot u op tussenliggende lagen zoals bijvoorbeeld pleisterwerk, gebruik dan langere pluggen.
  5. Wilt u de isolatieplaten monteren op een houten achtergrond of op een vezelcementplaat? Gebruik dan de meegeleverde schroefpluggen.

Stap 6: de steenstrips verlijmen

  1. Lijm de voorkant van de isolatieplaat in met de lijmkam. Vergeet de naden tussen de isolatieplaten niet.  
  2. Lijm de achterkant van de steenstrippen in en plak ze tegen de belijmde isolatieplaten. Op de isolatieplaten staan handige voorbeeldvoegen die u kunt volgen.  
  3. Druk de steenstrippen goed aan. Beweeg ze telkens zacht van links naar rechts voor een goede hechting.  
  4. Tip: verlijm de steenstrippen van boven naar onder. Zo vermijdt u dat de onderliggende steenstrippen besmeurd raken.  

Stap 7: de onderste steenstriprij bepalen

  1. Op de isolatieplaten vindt u handige markeringen voor het voegen. Ze staan op een vaste lagenmaat van elkaar. Deze lagenmaat is de steenhoogte plus voeg.  
  2. Bepaal de onderste horizontale rij met steenstrippen. Doe dit correct, zodat u de isolatieplaten op de juiste hoogte plaatst. 
  3. Bij een gevoegde afwerking werkt u normaal de ramen en deuren met een rollaag van verticale hoekstrippen af. Boven deze rollaag laat u de steenstrippen horizontaal doorlopen. Hoe? Zet de bovenzijde van uw rollaag eerst op de gevel uit en tel daarna met een veelvoud van de lagenmaat naar beneden. Schroef hierna uw startprofiel op de juiste hoogte vast. Als de gekozen starthoogte voor andere openingen niet klopt, kunt u de rollagen aan deze openingen inkorten.  
  4. Voor een voegloze afwerking moet u bij de installatie van de isolatieplaten geen rekening houden met de lagenmaat. De openingen in de gevel werkt u af met horizontale hoekzoolstrippen. De startrij van uw steenstrippen bepaalt u op dezelfde manier als bij een gevoegde afwerking.

Gevoegd of voegloos?

Gevoegde afwerking: 

  1. Neem de bovenkant van een rollaag als aanzetpunt. 
  2. Reken met de voorgedefinieerde lagenmaten naar beneden. 
  3. Bepaal zo de starthoogte. 

Ongevoegde afwerking - ZERO® 

  1. Neem de bovenkant van een rollaag als aanzetpunt. 
  2. Reken met een zelfgekozen lagenmaat naar beneden. 
  3. Bepaal zo de starthoogte. 

Stap 8: de steenstrippen horizontaal verdelen

  1. Eerst bepaalt u de gemiddelde steenstriplengte. Leg een aantal steenstrips achter elkaar en deel de totale lengte door het aantal steenstrips dat u hebt neergelegd. Tel hierbij de breedte van de voeg die u wilt, en u bekomt de strekkenmaat. Meet de lengte van het gevelvlak en deel dit door de strekkenmaat.  
  2. Is de lengte van het gevelvlak geen veelvoud van de strekkenmaat? Vang dan de speling op door de voegbreedte of de steenlengte aan te passen. De voegbreedte mag maximum 3 mm afwijken van de eerder gekozen voegbreedte bij gevoegde afwerking, en maximum 1 mm bij een gelijmde afwerking. 
  3. Wilt u de steenstrippen inkorten, kort deze dan maximaal 25% in.  
  4. Verlijm de steenstrippen op de isolatieplaten en laat de kopvoegen boven elkaar doorlopen.

Stap 9: het metselwerk voegen

  1. Begin pas te voegen als de lijmmortel achter de steenstrippen helemaal uitgehard is. Gemiddeld duurt dat minstens één week. Bij nieuwbouw wacht u hier beter langer mee.  
  2. Voeg alleen als het ten minste 5 graden Celsius is, en dek bij regenweer uw vers voegwerk af.  
  3. Spuit de voeg net boven het maaiveld of een klinkerpad op met siliconen tegen opstijgend vocht.  

Stap 10: starten met isolatie boven of onder het maaiveld

  1. U kunt de eerste isolatieplaat boven of onder het maaiveld bevestigen. Begint u boven het maaiveld, dan plaatst u eerst een startprofiel aan de onderkant van de isolatieplaat. Schroef het startprofiel op de juiste hoogte in de muur. Zorg vervolgens voor een waterdichting tussen de isolatieplaten en de gevel via een richel in PU-schuim.
  2. Begint u onder het maaiveld, dan laat u de isolatieplaten dieper beginnen. Voor een goede isolatieschil plaatst u ze 30 cm of meer onder het grondniveau. Een startprofiel heeft u hier niet nodig. Om de afwatering te verbeteren, kunt u een noppenfolie tegen de isolatie plaatsen.
  3. De afwerking kunt u vrij kiezen.

Stap 11: openingen in de gevel behouden of vernieuwen

  1. Als u de openingen in uw gevel wilt behouden of vernieuwen, moet u vaak structureel ingrijpen in de constructie van uw woning. Vraag daarom altijd raad aan uw architect of technisch adviseur.
  2. Wilt u bestaande ramen of deuren behouden, zonder dat u koudebruggen creëert? Dan moet u de dagkanten inslijpen, zodat u de isolatieplaten tot tegen het raam- of deurkader kunt laten doorlopen. Om te weten hoeveel u moet inslijpen, telt u de dikte van de isolatieplaat en steenstrip samen. Deze afstand zet u over op de gevel. Slijp daarna met een slijpschijf de dagkanten uit en verwijder ze uit de bestaande muur. Zorg hierbij dat de draagkracht niet in het gedrang komt. Tot slot plaatst u de isolatie tot tegen het raam- of deurkader. Om de warmte-isolatie en waterdichtheid te garanderen, voorziet u uitzetbare compriband tussen de kaders en de isolatieplaten. Lukt het slijpen niet, dan kunt u ook dunnere isolatieplaten gebruiken aan de dagkanten.
  3. Plaatst u een nieuw raam- of deurkader, dan monteert u dit best in lijn met het oude gevelvlak. Het nieuwe kader zet u vast met schroeven in de bestaande muur.
  4. Werk de isolatie af tot tegen het kader. 

Een training volgen?

Bent u een enthousiaste doe-het-zelver? Dan kunt u ook zelf aan de slag met E-Board.

Tijdens een gratis opleiding leert u hoe u E-Board plaatst. Er zijn ook opleidingen voor professionals. 

Meld u aan

Een training volgen?

Downloads
en informatie

E-Board® Technische productgegevens en bestekteksten

E-Board® technische tekeningen

E-Board® lastenboekomschrijving - bestektekst

E-Board® ATG

E-Board® EPS CE-label (pdf)

E-Board® ETA

ISO 9001 (pdf)

ISO 14001 (pdf)

E-Board® - prestatieverklaring EPS

E-Board® plaatsingshandleiding

Contacteer een expert

Vandersanden Gevel

Bokhovenseweg 8
NL-5257 NC Hedikhuizen

+31 (0)416 36 96 96
gevelnl@vandersanden.com

Vandersanden Straat

Bijland 5
NL-6916 KA Tolkamer

+31 (0) 88 088 55 55
straat@vandersanden.com

Toon alle vestigingen

Zoek showrooms in de buurt van